CASTREREN OF STERILISEREN VAN EEN TEEF
Is het verstandig om een hond te castreren of te steriliseren? Met behulp van deze informatie kunt u zelf een keuze maken. Uiteraard kunt u altijd een van onze dierenartsen om verder advies vragen.
Terminologie
Het woord sterilisatie komt in feite uit de humane geneeskunde en wordt in de diergeneeskunde veelal eigenlijk foutief gebruikt. “Steriliseren” is het onderbinden van de eileiders of zaadleiders, waarbij de eierstokken respectievelijk de teelballen behouden blijven, met als doel onvruchtbaarheid van de patiënt te bewerkstelligen.
Bij honden en katten wordt eigenlijk altijd een “castratie” uitgevoerd: de eierstokken respectievelijk de teelballen worden geheel verwijderd. Hiermee is het dier dus niet alleen steriel geworden, maar ook de productie van geslachtshormonen wordt stilgelegd. Bij teven en poezen hangt het van de chirurg af of de baarmoeder ook verwijderd wordt bij castratie. Als de baarmoeder afwijkend (bijv. ontstoken) is, moet deze altijd verwijderd worden.
Voordelen van castratie van een teef
- Loopsheid preventie
Na een castratie zal een teef niet meer loops worden. Hoewel natuurlijk in de meeste gevallen de ongemakken van het hebben van een loopse teef overkomelijk zijn, is het voor een aantal eigenaren een lastig iets; de uitvloeiing van de teef en de opdringerige reuen bij het uitlaten en om het huis.
Loopsheid preventie kan ook door middel van een medicamenteuze behandeling bewerkstelligd worden: een anti-loopsheid injectie. Deze behandeling brengt echter mogelijk een aantal bijwerkingen met zich mee. Het is dan ook niet aan te raden om dergelijke preparaten (langdurig) te gebruiken.
- Verlaging van het risico op tumoren van melkklieren
Indien de castratie vroeg in het leven plaatsvindt, in ieder geval voor de vijfde loopsheid, zal de kans op het ontstaan van melkkliertumoren aanzienlijk kleiner worden. Honden die voor de tweede loopsheid gecastreerd worden hebben zeven maal minder kans op kwaadaardige melkkliertumoren dan honden die niet of op latere leeftijd gecastreerd zijn.
- Voorkomen van een baarmoederontsteking
Een baarmoederontsteking bij honden ontstaat onder invloed van hormonen uit een zogenaamde Cysteuze Endometrium Hyperplasie (CEH). Onder invloed van het geslachtshormoon progesteron dat na elke eisprong door de eierstokken geproduceerd wordt, kan het baarmoederslijmvlies zich gaan verdikken en cysteus worden. Als dit veranderde slijmvlies ontstoken raakt, dan ontwikkelt zich hieruit een baarmoederontsteking. Dit kan een gevaarlijke situatie opleveren voor de teef, vooral als de baarmoedermond gesloten is waardoor de pus niet weg kan. In dit geval is zelfs een aantasting van de nieren of het ontstaan van een buikvliesontsteking mogelijk. Wanneer er niet op tijd wordt ingegrepen is kan de teef overlijden aan een baarmoederontsteking. De kans op een baarmoederontsteking wordt groter naarmate de teef vaker loops is geweest vanwege de herhaalde invloed van progesteron. De kans dat een niet gacastreerde teef een baarmoederontsteking ontwikkeld is één op de zeven.
- Voorkomen van suikerziekte
Het reeds genoemde geslachthormoon progesteron kan het lichaam ongevoelig maken voor insuline. Hierdoor heeft een niet gecastreerde teef een grotere kans op suikerziekte.
- Schijndracht
Het schijndrachtig worden van een teef is in de natuur een compleet normaal fenomeen. In een roedel wolven of wilde honden worden de zogenaamde alfa teven gedekt en de andere teven worden schijndrachtig. De schijndrachtige teven voeden ook daadwerkelijk de pups van de alfa teven en dragen zo bij aan de verzorging van het nageslacht.
Bij onze gedomesticeerde huishond is het schijndrachtig worden van de teef vervelend voor de baas en zo mogelijk nog vervelender voor de hond zelf. Daarnaast bestaat de indruk dat honden die regelmatig schijndrachtig zijn een grotere kans hebben op het ontwikkelen van kwaadaardige melkkliertumoren.
Nadelen van castratie van een teef
Natuurlijk zijn er ook nadelen verbonden aan een castratie.
- Onomkeerbaarheid
De ingreep is onomkeerbaar, dat wil zeggen: eenmaal uitgevoerd is een castratie niet meer terug te draaien.
- Gewichtstoename
Na een castratie heeft de teef sneller de neiging zwaar te worden. Een vermindering van de hoeveelheid voeding is in veel gevallen noodzakelijk en het is aan te raden het gewicht van de hond na castratie regelmatig te controleren.
- Incontinentie van urine
Bij ongeveer 10% van de gecastreerde honden kan een hormonaal geïnduceerde urine incontinentie optreden. Vooral bepaalde rassen blijken gevoelig en er lijkt een verband te bestaan met staartamputatie (gecoupeerde staart). Er bestaat een verhoogd risico op onwillekeurig urineverlies na castratie bij de volgende rassen: Boxer, Dobermann, Dwergpoedel, Old Englisch Sheepdog (Bobtail), Bouvier, Weimeraner, Riezen-Schnauzer en de Ierse Setter. De incontinentie is in het algemeen vrij goed te behandelen, maar de behandeling zal de rest van het leven van de teef nodig zijn.
- Verandering van vachtstructuur
Bij vooral langharige honden blijkt na castratie de vachtstructuur te kunnen veranderen. De vacht wordt dan dikker, meer krullend en moeilijker te onderhouden. Dit komt voor bij o.a. de Cocker Spaniel, Afgaanse Windhond en de New Foundlander.
- gedrag
In een heel enkel geval kan een teef na castratie agressief worden.
Het beste tijdstip voor een castratie van een teef
Leeftijd
Het mooiste tijdstip is vóór de 1e loopsheid op ongeveer op 7 maanden leeftijd. Na deze loopsheid gaan namelijk een aantal van de genoemde voordelen, met name de verkleinde kans op melkkliertumoren, minder zwaar meetellen. Wel kan het uitwendige geslachtsapparaat onderontwikkeld blijven bij een te vroege castratie, de hond houdt dan een zogenaamde infantiele vulva, hetgeen het ontstaan van ontstekingen van de huid rond de vulva met zich mee kan brengen.
Moment in de cyclus
Het meest ideale is om in de “rustfase”van de cyclus de teef te castreren. Dit is tussen twee loopsheden in. Preciezer gezegd komt dit neer op 3 maanden na het begin van de loopsheid. Rond de loopsheid is de doorbloeding van de baarmoeder en eierstokken relatief beter, waardoor meer kans is op bloedingen tijdens of na de operatie. Wanneer een teef wordt gecastreerd in de eerste 2 maanden na een loopsheid, is er een grote kans op schijndracht na de castratie.
In bepaalde gevallen zal van de bovengenoemde ideale tijdstippen moeten worden afgeweken om medische redenen. Deze medische redenen kunnen zijn: suikerziekte bij een intacte teef, baarmoederontsteking of tumoren van de geslachtsorganen.
Tot slot
Er wordt vaak gezegd dat het steriliseren of castreren van een hond een onnatuurlijke ingreep is. U moet zich echter realiseren dat wij onze honden ook niet in een natuurlijke situatie houden en grootbrengen (denk aan voeding, vrijheid van beweging, etc.).
Als uw teef een normale cyclus heeft, dus als de loopsheid volledig normaal verloopt, als er geen sprake is van schijndracht of melkkliertumoren en als u als eigenaar weinig hinder ondervindt van de loopsheid van uw teef, dan is er geen reden om uw hond te laten castreren.
Het is natuurlijk ook min of meer de plicht van een hondeneigenaar om beperkt ongemak te accepteren, zonder daar onmiddellijk op in te grijpen. En gelukkig is de gemiddelde teef maar tweemaal per jaar gedurende drie weken loops.
Het castreren van een hond wordt door ons niet beschouwd als een routinebehandeling die klakkeloos bij iedere teef of reu moeten worden uitgevoerd. Geslachtshormonen hebben immers ook een functie in de stofwisseling en in het gedrag van een hond. Het is dan ook van belang dat u, ondersteunend door de bovenstaande uiteenzetting over het castreren van honden, afhankelijk van de klachten en/of hinder die met de loopsheid van uw hond samenhangen, een goede beslissing kunt nemen over het wel of niet castreren van uw hond.
Deze beslissing kan tot stand komen na overleg met uw dierenarts en u kan altijd bij ons terecht als u nog vragen heeft.
Laparoscopische sterilisatie
Laparoscopische Sterilisatie is een operatietechniek waarbij de eierstokken van de teef middels een kijkoperatie worden verwijderd. Hiertoe worden drie gaatjes in de buikwand gemaakt en de buik wordt met lucht gevuld.
Momenteel is deze operatietechniek bij Dierenkliniek Rhenen nog niet beschikbaar.